De bankspaarhypotheek lijkt op de spaarhypotheek, maar bij de bankspaarhypotheek is er geen sprake van sparen middels een levensverzekering. De bankspaar hypotheek heeft een geblokkeerde spaarrekening (SEW) of een geblokkeerde beleggingsrekening (BEW) die gekoppeld is aan de hypotheek.
Bij de bankspaarhypotheek betaalt u een spaarbedrag voor uw spaarrekening en een vast bedrag aan rente voor uw hypotheek. Aan het einde van de looptijd lost u de bankspaarhypotheek in één keer af met het gespaarde bedrag op de rekening.
Voor de spaarvariant (SEW) binnen de bankspaarhypotheek zijn over het algemeen dezelfde kenmerken van toepassing als bij een spaarhypotheek. De rentevergoeding is veelal gelijk aan de verschuldigde hypotheekrente, waardoor een vermogen wordt opgebouwd op basis van een gegarandeerd rendement. Met de uitkering wordt aan het einde van de looptijd de hypotheek (gedeeltelijk) afgelost. Het voornaamste verschil met een spaarhypotheek is dat er standaard geen overlijdensrisicoverzekering aan de rekening gekoppeld is, waardoor bij overlijden een risico op een restschuld bestaat. Het is uiteraard wel mogelijk om los een aanvullende overlijdensrisicoverzekering te sluiten bij een verzekeraar naar keuze.
Ook voor de beleggingsvariant (BEW) binnen banksparen geldt dat het overlijdensrisico los verzekerd dient te worden. Het belangrijkste verschil met de SEW is echter dat het rendement niet gegarandeerd is. Hierdoor loop je het risico dat je aan het einde van de looptijd onvoldoende kapitaal hebt opgebouwd om de eigenwoningschuld af te lossen. Aan de andere kant bestaat er ook een kans dat je meer vermogen opbouwt dan de eigenwoningschuld. Dit kan aan het einde van de looptijd van je hypotheek fiscale gevolgen hebben. De uitkering van het kapitaal is namelijk onbelast tot maximaal de hoogte van je eigenwoningschuld of de wettelijke vrijstellingsbedragen. Over alles wat je meer gespaard hebt, moet je dus belastingen betalen.
Bij bankspaarhypotheken is het mogelijk om gebruik te maken van een fiscale vrijstelling. Deze vrijstelling houdt in dat je gedurende minimaal 15 of 20 jaar belastingvrij een kapitaal kunt opbouwen. Je betaalt gedurende de inlegperiode geen belasting over het opgebouwde vermogen en met het eindsaldo kun je je hypotheek belastingvrij (deels) aflossen. Voor 2010 zijn de vrijstellingen respectievelijk € 34.100,- (voor 15 jaar) en € 150.500,- (voor 20 jaar). Deze vrijstellingen gelden éénmaal per rekeninghouder. Voorwaarde is wel dat je een eigen woning bezit en 15 jaar (of 20 jaar) lang aaneengesloten inleg hebt betaald. Daarbij mag de hoogste jaarinleg niet meer dan tien maal de laagste jaarinleg bedragen.